In 2019 was het 30 jaar geleden dat de Muur in Berlijn viel, het symbool van het einde van de Koude Oorlog. De provincie Utrecht had 2019 zelfs uitgeroepen tot themajaar Koude Oorlog. Inwoners en bezoekers konden kennis maken met onzichtbare schuilplaatsen, spannende verhalen en ander cultureel erfgoed uit de periode 1945–1991.
Bij dat cultureel erfgoed hoort eigenlijk ook een luchtwachttoren. In Utrecht staan de laatste restanten van zo’n toren in Kamerik, maar veel is er niet te zien. Er zijn slechts een paar meter van over, die de eigenaar verwerkt heeft in een schuurtje. In onze regio kun je nog wel zo’n toren bekijken.
De luchtwachttorens in Nederland, 138 in totaal, vormden samen met nog eens 138 posten op fabrieken, molens en bunkers het waarschuwingssysteem om vijandelijke vliegtuigen te kunnen waarnemen. Russische met name. Dit systeem werd gebruikt naast de militaire radar. Radar bestond al enige tijd en speelde zelfs een belangrijke rol in de Slag om Engeland in 1940, toen de Duitse Luftwaffe Groot-Brittannië aanviel, maar vijandelijke vliegtuigen die lager dan 1500 meter vlogen konden niet worden waargenomen. Naar laagvliegers moest met oog en oor worden gezocht.
Fijnmazig netwerk
Er was een fijnmazig netwerk bedacht dat als het ware over heel Nederland kon worden gelegd. De afstand tussen de luchtwachtposten bedroeg nooit meer dan 16 kilometer, omdat 8 kilometer de maximale afstand was waarop met het gehoor vliegtuigen konden worden gelokaliseerd. Elke post werd bemand door vrijwilligers, die hun meldingen telefonisch konden doorgeven aan een regionaal meldpunt, het luchtwachtcentrum, waarvan er in Nederland acht waren.
De hoogte van de torens varieerde naar gelang de lokale omstandigheden: de laagste was 2,52 meter, de hoogste 31,02 meter. Ze zijn gebouwd in de periode 1951-1956. Vlak daarvoor, in 1950, was het Korps Luchtwachtdienst opgericht, het KLD. Dit korps had de taak “om door middel van uitkijk- en luisterposten vijandelijke vliegtuigen waar te nemen en aldus gegevens te verstrekken, welke nodig zijn om vijandelijke luchtaanvallen te kunnen bestrijden en de eigen troepen en de bevolking tijdig te kunnen waarschuwen voor naderend luchtgevaar”.
In Kloosterhaar en Heemserveen
In de gemeente Hardenberg heeft één toren gestaan, nabij de steenfabriek in Kloosterhaar. Samen met posten in Vasse en Almelo vormde deze post een kring, die viel onder de groep Deventer. Van deze toren is niets meer te zien. Een andere ‘Hardenberger luchtpost’ was gevestigd op de Haarmolen aan de Polenweg in Heemserveen. Op de molenromp is in 1953 een uitkijkpost van het KLD gevestigd, met onder meer Heemsenaar Jan Henk Hofsink als postcommandant. Deze post vormde samen met Den Ham en Dedemsvaart een kring.
De toren in onze regio die nog wèl zichtbaar is, is die bij Schoonebeek. Dit icoon van de Koude Oorlog is dit jaar voor een bedrag van 350.000 euro gerestaureerd. Er misten onderdelen en de toren kampte met betonrot maar hij is nu weer in goede conditie. Veel nut heeft hij niet gehad, net zomin als de andere torens. Toen ze af waren was de radar in staat om ook laagvliegers waar te nemen. In 1964 werd het KLD sterk ingekrompen en in 1968 opgeheven. Van de torens zijn er nog zo’n 18 stuks bewaard gebleven, de meeste in slechte staat.