Schoolstrijd in Hardenberg

Een val van zijn paard zorgde er in 1900 voor dat Francis David graaf Schimmelpenninck, lid van de Tweede Kamer, niet tegen de Leerplichtwet kon stemmen, wat eigenlijk wel zijn bedoeling was. Het voorstel haalde het daardoor met één stem verschil. Iets soortgelijks was aan de hand in Hardenberg, in 1959.

“In de raad van Hardenberg ontstond maandagmiddag kort na de opening een felle discussie naar aanleiding van het voorstel van B&W. Het college wilde medewerking verlenen aan een aanvraag van de Stichting voor Gereformeerd Schoolonderwijs, om een bijzondere school voor ulo te stichten in Hardenberg. B&W waren tot de conclusie gekomen dat de aanvraag aan de wettelijke eisen voldeed.”

De fractie van de ARP ging niet akkoord met het voorstel, hoewel alles wettelijk in orde was. Raadslid Wicher Hento vond dat er iets aan het voorstel moest worden toegevoegd, namelijk de woorden “dat de raad stichting evenwel niet urgent acht.” Dus ooit, maar niet nu.
Frits Muller van de CHU vond een tweede christelijke ulo onnodig. “Als een school van binnenuit wordt bedreigd moet je het ook van binnenuit weer gezond maken en niet weglopen”. Hij steunde het voorstel van Hento. En vreemd genoeg dachten de vier wethouders er ook zo over. Of eigenlijk was dat niet zo vreemd. ARP en CHU leverden elk twee wethouders. Dat konden ze doen omdat ze samen net iets meer dan 50% van de stemmen hadden gekregen bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1958. Beide partijen waren voorstander van één christelijke ulo, geen twee. En toevallig was er al eentje, aan de Gramsbergerweg. Een tweede zou voor verdunning en verdeeldheid zorgen.

Wolter Berenst van de GPV vond een tweede ulo wel logisch. Kerk en school horen bij elkaar. En als de gereformeerde kerk sinds 1944 geen eenheid meer is, dan is dat bij de school ook niet het geval.

De niet-christelijke partijen waren ook niet blij met de aanvraag van de vrijgemaakt-gereformeerden, maar omdat aan de wettelijke eisen was voldaan vonden ze dat die school er dan maar moest komen. Uiteindelijk bracht burgemeester De Goede het voorstel van Hento is temming, omdat dat het verst strekkend was.

“De vier leden van de PvdA, de twee van de Rooms-katholieke KVP en het ene VVD-lid stemden voor het voorstel van B&W, evenals de twee leden van het GPV, waardoor het voorstel-Hento werd verworpen met 8 tegen 9 stemmen. Het CHU-raadslid Iemhoff was wegens ziekte afwezig en ook het ARP-raadslid Van der Heide was afwezig”, stond in het Salland’s Volksblad.

Dankzij die twee afwezige raadsleden konden op 6 september 1960 de eerste leerlingen de gereformeerde ulo binnenstromen, de 53e in Nederland. Dat gebeurde trouwens in lokalen van de HBS, omdat de school nog geen eigen onderkomen had. Dat onderkomen werd niet veel later gebouwd aan de Burgemeester Schuitestraat, naast die vriendelijke HBS. In 1968 veranderde de naam in gereformeerde school voor mavo en in 1994 werd het Greijdanus College.