Julianastraat

Julianastraat, Moekenstraat, Verbindingsweg, de straat tussen de Stationsstraat en de Gramsbergerweg in Hardenberg heeft al diverse namen gehad. Moekenstraat was de niet-officiële naam, die gebruikt werd omdat op nummer 3 de familie Moeken woonde. Verbindingsweg was een tijdelijke naam, alleen in gebruik tijdens de Tweede Wereldoorlog. De officiële naam was Julianastraat, sinds 1928. Tijdens een raadsvergadering in juli van dat jaar vroeg raadslid Ru de Bruin (manufacturier, uitgever en drukker, in 1927 raadslid geworden voor de Vrijzinnig Democratische Bond) of er geen naam kon worden gegeven aan deze straat. Bijvoorbeeld de Van Arkelstraat, omdat volgens hem de geschiedenis van Van Arkel nogal nauw verbonden was met deze plaats. De voorzitter, burgemeester Schuite, beloofde dit te zullen overwegen. Maar enkele weken later deelde hij mee dat een van de wethouders met het idee was gekomen om de straat te noemen naar kroonprinses Juliana. De gemeenteraad van Stad Hardenberg vond het goed.

Nieuwe wijk
De Julianastraat lag in het verleden zo’n beetje aan de rand van de stad. In 1960 veranderde dat. Hardenberg werd namelijk in oostelijke richting uitgebreid, waarbij de nieuwe wijk tegen de Julianastraat aan kwam te liggen. Om aansluiting te vinden bij deze koninklijke naam, werden de dwarsstraten genoemd naar dochters van Juliana, namelijk naar Beatrix en Irene. Deze beide straten kwamen aan de andere kant uit op een nieuwe weg, de Lage Gaardenstraat, genoemd naar een strook grond die al op een oude waterschapskaart voorkwam. De Irenestraat was trouwens een bestaande weg. In maart 1960 schreven B&W aan de raad dat die weg op dat moment een sintelweg was die de naam droeg van Korte Steeg. Die naam moest vervallen, vonden B&W, want het woord steeg paste niet in een uitbreidingsplan waar moderne woningen zouden worden gebouwd.

Verbindingsweg
Om even terug te komen op de naam Julianastraat: vijf jaar lang moest deze straat anders worden genoemd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stuurde de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied een brief aan het gemeentebestuur, waarin hij schreef dat straten die naar levende leden van het Huis van Oranje-Nassau waren genoemd een andere naam moesten krijgen. Op dat moment waren dat Wilhelmina, Juliana, Beatrix, Irene en Bernhard. Particuliere huizen, bijvoorbeeld Villa Beatrix, bleven buiten beschouwing, maar, zo ging hij verder in zijn brief, “het is echter niet wenselijk en zal eventueel als provocatie moeten worden beschouwd wanneer iemand na het uitvaardigen van deze verordening dergelijke namen kiest.” Ook kleine pensions en hotels mochten hun naam houden, maar de grotere dienden een nieuwe naam te kiezen. In Hardenberg moesten de Wilhelminastraat en de Julianastraat anders worden genoemd. In februari 1942 schreef burgemeester Van Oorschot aan de Commissaris van de Koningin in Overijssel dat de naam Wilhelminastraat was veranderd in Achterstraat, en de naam Julianastraat in Verbindingsweg. Het duurde bijna vijf jaar, tot januari 1947, voordat de straten weer hun oorspronkelijke naam terugkregen.