Het paardenfonds

Dat moet vast en zeker een financiële klap zijn geweest voor woonwagenbewoner H. Bakker aan de Stobbenhaar alhier. En alhier was op de hoek van de huidige Stobbenhaarweg en de Hoogenweg, vlak bij de grensovergang Venebrugge. Wat er gebeurd was? Het paard van Bakker was in een drinkgat voor het vee gelopen en verdronken, stond 6 december 1946 in het Salland’s Volksblad te lezen

Hoe zat dat dan met andere paardenbezitters? Veel boeren werkten nog met paarden voor de ploeg, de eg of de hooiwagen. En dat paard kon ziek worden of kreupel. Daar hadden ze echter wat op bedacht: het paardenfonds.
Het paardenfonds was een coöperatieve instelling van boeren, zonder winstoogmerk. De leden betaalden een premie en konden een beroep doen op het fonds als het paard niet meer kon werken. Door de premies van de leden werd een buffer opgebouwd waaruit schadeclaims betaald konden worden. Kwam je tekort, dan werd er ingeteerd op het vermogen of gingen de premies omhoog.

In Lutten had je zo’n fonds, vanaf zo’n beetje 1910. Met vanaf het begin Albert de Vries als (mede-) kartrekker. In 1959 nam hij afscheid, op tachtigjarige leeftijd. Voor zijn werk kreeg hij een rookfauteuil en het ere-bestuurslid aangeboden.
In zijn laatste jaar als bestuurslid moest het fonds 29 keer uitbetalen, maar toch kon de penningmeester het jaar positief afsluiten. De afgekeurde paarden hadden namelijk aardig wat geld opgebracht en samen met de betaalde premies kon ruim 1200 gulden aan de reserves worden toegevoegd. Het aantal verzekerde paarden was gestegen van 385 tot 399.

Sibculo had ook een paardenfonds, met de welluidende naam ‘Steunt Elkander’. In 1966 werd het 25-jarig bestaan gevierd in café Schipper. De Sibculose paarden waren wel langer verzekerd, maar dat was in Vriezenveen en daar waren de boeren niet tevreden over: de paarden waren laag verzekerd en bij sterfgevallen werd maar 2/3 van de waarde uitbetaald. In 1941 begonnen de Sibculoërs voor zichzelf, met 30 paarden en een lege kas. Het aantal paarden groeide wel, maar tijdens de feestavond in café Schipper vertelde voorzitter Prenger dat het aantal verzekerde paarden was afgenomen tot 20: de opmars van de tractor was niet te stuiten.

In Hardenberg was op 1 januari 1921 de Onderlinge Verzekeringmaatschappij voor paarden te Hardenberg en omstreken opgericht. Bijna een eeuw later werd geconstateerd dat het fonds geen nut meer had: het ledenaantal en het aantal verzekerde paarden en pony’s was sterk gedaald. De leden besloten een dag voor het 100-jarig bestaat te stoppen, op 31 december 2020. Het geld dat nog in kas was werd geschonken aan twee goede doelen. De stichting Paardrijden Gehandicapten Hardenberg en het hospice ’t Huis aan de Vecht kregen elk 4.750 euro.