De monumentale beuk is te vinden op de begraafplaats achter de NH-kerk aan de Anerweg-noord. Deze Fagus sylvatica is volgens de verhalen geplant ter herinnering aan de heer H.Th.M. Koster, de dorpsdokter die in 1902 is overleden. Zijn graf ligt naast de boom. Er zijn toen waarschijnlijk verschillende bomen in hetzelfde plantgat gezet.
Het is een indrukwekkende boom zo midden op de begraafplaats. Door zijn (ongeveer) 12 vertakkingen kreeg hij de naam Apostelenbeuk, herinnerend aan de 12 apostelen uit de Bijbelse verhalen. Vanwege zijn meerstammigheid is zijn omvang aanzienlijk groter dan dat je bij een beuk van deze leeftijd kan verwachten. Helaas is de beuk al jaren aangetast door de tonderzwam en hij zal hieraan ooit ten gronde gaan, maar dit proces kan nog wel lang duren.
De boom heeft een stamomtrek van ruim 7 meter en hij is zo’n 25 meter hoog. Niet extreem lang voor een beuk van ruim 100 jaar, maar wel extreem dik. Overigens staat in diverse (internet)artikelen dat de boom niet in 1902 is geplant maar in 1854 en dat hij dus meer dan 160 jaar oud zou zijn. Waarschijnlijk wordt dit verward met de bouw van de kerk, waar men in 1854 mee is begonnen.
Plattelandsdokter
Over dokter Koster heeft Erwin Wolbink in 2001 een uitgebreid artikel geschreven in het tijdschrift Rondom den Herdenbergh, maar de dokter is ook terug te vinden in veel krantenkolommen. Niet in de lokale, maar de landelijke. In De Grondwet van 4 november 1902 valt te lezen dat “de dezer dagen in Lutten aan de Dedemsvaart overleden geneesheer Hendrik Theodor Maurits Koster behoorde tot een geachte, bekende Hoogeveense familie. Daar werd hij de 31e augustus van het jaar 1828 geboren. Wijlen Zijne Majesteit Willem III erkende zijn verdiensten door hem in 1866 de cholera-epidemiemedaille te doen uitreiken, nadat hem in 1865 de pokken-epidemiemedaille was geschonken. Vanwege ziekte moest hij in oktober 1899 zijn praktijk neerleggen. De overledene heeft een hoogst werkzaam leven achter zich.” Bijna 45 jaar was hij plattelandsdokter in Lutten. Wat werk betreft een rijk leven, maar niet in financieel opzicht. Als alle patiënten hun rekening betaald zouden hebben, zou hij een welgesteld man zijn, maar Koster werkte in een arme omgeving en liet veel werk onbetaald. Op zijn grafsteen, vlak bij de Apostelenbeuk, staat dan ook niet voor niets: “Hij leefde voor de menschheid.”