Gevangen in Oost-Berlijn

Van Hardenberg naar de restanten van de Berlijnse Muur is zo’n 500 kilometer. Voor de meeste Hardenbergers waarschijnlijk te ver om die voormalige stenen grens te bezoeken. Voor één Hardenberger moeder was die afstand bijna 50 jaar geleden, toen de muur nog een echte grens was, geen probleem want ze móést ernaartoe. Omdat ze wilde weten hoe het haar zoon verging in een Oost-Duitse gevangenis

Start

‘Moeder dwaalde vergeefs door Oost-Berlijn’, kopte de Telegraaf in juni 1968, met als chapeau: ‘Communisten namen zoon gevangen’.
Die moeder was de 51-jarige weduwe C.H. Esser-Middag, woonachtig aan de Kruserbrink 36 in Hardenberg. Haar zoon Johannes en zijn Oost-Duitse verloofde Monika Heyer waren op 15 april 1968 gearresteerd in Oost-Berlijn, samen met enkele vrienden. Naar het waarom moest moeder Esser maar raden, want ze mocht Johannes niet bezoeken. Was het omdat hij tot de Jehova’s getuigen behoorde, een verboden geloofsgemeenschap in de DDR? Op de dag van zijn arrestatie had hij samen met zijn verloofde en enkele Oost-Duitse vrienden een Bijbellezing gehouden. Of werden ze verdacht van mensensmokkel, omdat Johannes met Monika wilde trouwen en hij haar naar het vrije westen wilde brengen? Vreemd, vond ze, want de ouders van twee Amsterdamse jongens die eerder dat jaar waren gearresteerd op verdenking van medeplichtigheid bij mensensmokkel mochten hun zoons wél bezoeken.

Van oorsprong Duitser
Johannes heet voluit Johann Georg Hildebrand Esser. Hij is als Duitser op 22 februari 1939 in de Oost-Duitse stad Maagdenburg geboren. Ook zijn vader was Duitser, maar zijn moeder Nederlandse. In 1950 is hij samen met zijn moeder en zus verhuisd naar Nederland, toen hij 11 jaar oud was. Zestien jaar later kreeg hij de Nederlandse nationaliteit. Koopman, stond er in de naturalisatiepapieren die op 30 juni 1966 zijn ondertekend door koningin Juliana en even verderop: handelaar in smalfilms. Niet lang daarna vestigde hij zich in West-Berlijn want hij had verkering gekregen met het Oost-Duitse meisje Monika Heyer en wilde bij haar in de buurt zijn. Van west naar oost was niet zo’n probleem, zodat hij haar regelmatig kon bezoeken, maar omgekeerd was niet mogelijk. Het kwam uiteindelijk tot een verloving, maar een huwelijk bleek – ondanks diverse pogingen – onmogelijk te zijn omdat de Oost-Duitse instanties weigerden de noodzakelijke vergunningen te verlenen.

Eensluidende berichten zijn trouwens niet te vinden over deze zaak. Naast De Telegraaf besteedden ook de Leeuwarder Courant, het Limburgs Dagblad, de Zwolse Courant en andere bladen aandacht aan ‘het geval Esser’. Volgens Het Vrije Volk heette hij Jo, was hij gearresteerd de dag vóór Pasen, was hij lithograaf en was hij gearresteerd vanwege mensensmokkel. Nee, schreef het Algemeen Handelsblad, het was op Tweede Paasdag en hij was gearresteerd omdat hij een Bijbellezing hield. Wat alle kranten meldden was dat de Nederlandse overheid zich met de zaak bemoeide maar niets wilde zeggen, “omdat publiciteit altijd de afwikkeling van dit soort zaken schaadt”.

Cellen in Hohenschönhausen

Rechtszaak
In de rechtszaak die enkele maanden na de arrestatie volgde, werd zowel Johannes als Monika tot 2,5 jaar gevangenisstraf veroordeeld, vanwege een poging Monika naar het westen te smokkelen. Maar begin maart 1969 werd Johannes onverwacht vrijgelaten waarna hij naar West-Berlijn vertrok. Daar wachtte hij de komst van zijn verloofde af, die bericht had gekregen dat ze begin april zou worden vrijgelaten en het land mocht verlaten. Niet lang na hun vrijlating trouwden de twee, op 23 juni 1969 in West-Berlijn. Het jaar daarop, in 1970, liet Johannes zich uitschrijven uit het bevolkingsregister van Hardenberg vanwege een verhuizing naar Bergisch Gladbach. Een zoektocht naar hem in die Duitse stad in de buurt van Keulen heeft (nog) niets opgeleverd. “Leider ist Esser hier im Bergischen ein sehr geläufiger Name”, reageerde bloemist Frank Esser uit Bergisch Gladbach. Hij kende niemand met de voornamen Johann Georg Hildebrand en ook niet het verhaal van de Oost-Duitser die Nederlander werd en via een Oost-Duitse gevangenis uiteindelijk in de buurt van Keulen terecht kwam. Navraag bij andere Esser’s heeft ook niets opgeleverd.

De enige keer dat de naam Esser nog in een Hardenberger krant verscheen was in 1971, toen in Hardenberg het huwelijk werd voltrokken tussen de 36-jarige E.U.K. Buchmann, afkomstig uit Oost-Berlijn en de 30-jarige C.H. Esser uit Hengelo, de zus van Johannes. Daarna niets meer, zodat van ‘het geval Esser’ slechts een paar artikeltjes in oude kranten resteren.