Wat heeft de Here alles wonderlijk gemaakt. En dus ook de school in Ane. Plus de verbouwing in 1960. De 88-jarige oud-voorzitter Jurjens van de christelijke lagere school in Ane vond dat de plaatselijke bevolking met gunsten was overladen. Zo’n mooie, verbouwde school. Een school met de Bijbel. Dat laatste vonden Jurjens en de huidige (1960) voorzitter Hulter van groot belang.
Ook burgemeester Van Hout van de gemeente Gramsbergen sprak in die geest bij de heropening van de school, op dinsdag 26 april 1960. Een school moest meer zijn dan vier muren en een dak boven het hoofd, het moest een vertrouwde plaats zijn, waar een kind zich thuis voelt, met veel licht en ruimte. Dat zou het onderwijs ten goede komen, dacht de burgemeester. Dat onderwijs was in zijn ogen wel veranderd. Ten goede, meende hij. In de 19e eeuw was alleen maar gedacht aan kennis en vaardigheden, maar nu was er een accentverschuiving: het opvoedend element was veel groter geworden. Hoewel natuurlijk de ouders daarvoor de eerst verantwoordelijken waren. Deze school had de Bijbel als richtsnoer, die de kinderen een vaste koers aanwijst. “Moge zij opgroeien tot goede staatsburgers die bovenal bereid zijn God en de naaste te dienen”, zei de man die als gemeentebestuurder eigenlijk verantwoordelijk was voor het openbaar onderwijs in zijn gemeente.
Eeuwig geldgebrek
Het was hoog tijd dat de bijna zestig jaar oude school onder handen werd genomen. Nieuwbouw was vanwege geldgebrek uitgesloten, dus moest er opgeknapt worden. En niet met een likje verf maar écht grondig. Hoofdonderwijzer Van Voorst vertelde dat na een regenbui de bestuurskamer meestal blank stond en dat een onderwijzer bij het openen van de deur van het klaslokaal de kans liep een flinke plens water op zijn hoofd te krijgen.
De school was een centen-en-stuivers-school: ooit in een houten gebouwtje begonnen maar dankzij de ouders die jarenlang trouw gaven wat ze konden missen, was het een mooie school geworden. “Het bleef een voortdurende zorg om de eindjes aan elkaar te knopen”, zei erevoorzitter Jurjens, “we moesten telkens weer bij de ouders langs om geld te vragen zodat de school kon blijven bestaan.” Ook het opknappen van de school was een centenkwestie, die door ambtelijke traagheid een dubbeltjeszaak werd. Of eigenlijk veel meer. De verbouwing was begroot op 40.000 gulden. Om dat geld van ‘Den Haag’ los te peuteren moest veel worden overlegd. Het gemeentebestuur reisde af en aan naar het onderwijsministerie maar toen eindelijk de goedkeuring kwam waren de kosten gestegen tot 60.000 gulden. Weer trokken de bestuurders naar Den Haag maar daar werden ze niet eens ontvangen. Uiteindelijk, na veel heen en weer geschrijf, kwam toch de goedkeuring en konden aannemer Tromp, loodgieter Breukelman en schilder Schoonekamp aan de slag. Er werd een noodschool geplaatst waar de leerlingen in ploegverband les kregen. Acht maanden later was de officiële heropening.
Muurschildering
Wat direct bij binnenkomst opviel was de muurschildering, vond de journalist van het Salland’s Volksblad. De schilder van het kunstwerk was de 16-jarige Dick Schoonekamp, oud-leerling van de school. In het midden het kruis van Golgotha, bovenaan een neerdalende duif die de Heilige Geest verbeeldt, een ster die de geboorte van Christus aankondigt en twee jongeren die geroepen worden om te leven volgens Bijbelse normen.
Dick heeft zich na deze muurschildering verder bekwaamd in het werk van schilder. Meer nog als restaurateur. Hij heeft bijvoorbeeld gewerkt aan de restauratie van de muurschildering in de Oude Kerk in Amsterdam, waar Dick een restauratieatelier had. En in Breda wordt nog met eerbied over hem gesproken, het herstel van de eeuwenoude schilderingen op de gewelven van de Prinsenkapel in de Grote Kerk van Breda heeft diepe indruk gemaakt.
Dat werk aan de Prinsenkapel heeft miljoenen euro’s gekost. En het bijzondere is dat Dick net als in Ane aan de slag kon met geld dat niet alleen van de overheid afkwam, maar dat door gulle gevers was geschonken. Wel een beetje meer dan de centen en stuivers die in Ane bijeen waren geschraapt, want alleen al voor het bladgoud was een ton cadeau gedaan, maar het is makkelijker van je rijkdom te geven dan van je armoede. Het vasthouden aan je principes vraagt offers, dat hadden de voorstanders van christelijk onderwijs in Ane goed begrepen. En zij hebben daarnaar gehandeld.