/

De opening van de huishoudschool

Maandag 9 mei 1960 was een grootse dag voor Hardenberg. Tenminste, in de ogen van de journalist van het Salland’s Volksblad. Die dag werd de christelijke landbouwhuishoudschool aan de Marslaan in Hardenberg geopend. Het gebouw was al een paar maanden in gebruik, maar de officiële openingshandeling moest nog gebeuren.

Voor die handeling was Barend Biesheuvel uitgenodigd, landelijk voorzitter van de CBTB, de Christelijke Boeren- en Tuindersbond. Hij was ook lid van de Tweede Kamer voor de ARP, de Anti-Revolutionaire Partij. Mooie Barend was zijn bijnaam, wat hij te danken had aan zijn postuur, zijn charme en zijn charisma. Biesheuvel was al bekend in landbouwkringen, maar die bekendheid werd in latere jaren nog groter, toen hij eerst minister van Landbouw en Visserij werd en begin jaren ’70 zelfs twee jaar minister-president.

Openingstoespraak
De openingstoespraken werden vanwege de te verwachten grote belangstelling niet gehouden in de school zelf, maar in de gereformeerde kerk aan de Wilhelminastraat.
Voorzitter Immink van de Overijsselse CBTB vertelde dat het nogal wat voeten in de aarde had gehad om de school te kunnen bouwen. Een school, die belangrijk was voor het platteland, met onderwijs waar de CBTB altijd voor had gestreden. Natuurlijk veranderde het platteland, zei Immink, want de industrie kwam ook daar op gang. En die verandering vroeg ook veel van vrouwen. Zij moesten een steun zijn voor de mannen, en in de huishoudschool werden de meisjes gevormd tot die vrouwen van morgen.

Barend Biesheuvel
Voordat vervolgens Biesheuvel de kansel mocht bestijgen werden eerst enkele liedjes gezongen (“enige schone liederen”) door een meisjeskoor onder leiding van mevrouw Lina met begeleiding van trompettist Van de Berg.
Biesheuvel vertelde over hoe belangrijk onderwijs was, niet alleen voor jongens maar ook voor meisjes. “De moderne boerin heeft ook een taak en het voeren van de huishouding is een moeilijk beroep. Er worden hoge eisen gesteld aan voeding en kleding, alles is veel ingewikkelder geworden. De jeugd moet geleerd worden zelfstandig te denken, niet traditioneel. Dat kan onder meer op de huishoudschool”, vertelde Biesheuvel.

Burgemeester De Goede sprak zijn blijdschap uit over de bouw van de school. Hij haalde een uitspraak aan van een voormalige minister-president van Zuid-Afrika, namelijk dat een volk niet verloren gaat als een vrouw haar geestkracht bewaart. De burgemeester was (voorlopig) de laatste in de rij sprekers, want de vele honderden genodigden en ouders liepen daarna naar het schoolgebouw waar de leerlingen Sientje Timmer, Geesje Veltink en Jannie Veurink “de Nederlandse driekleur hesen in de bolle zomerwind”.

Overhandiging sleutels
Intussen dromde de menigte samen voor de ingang van de school, waar Hennie Lamberink en Hennie Merjenburgh de sleutels – verpakt in een tulband – aanboden aan de heer Biesheuvel en mejuffrouw Van de Bout, inspectrice van het onderwijs.
Daarna kon men naar binnen, om te luisteren naar een hele stoet sprekers, zoals in die tijd gebruikelijk was. Eén van hen was G.H. te Rietstap, voorzitter van de Commissie van Toezicht. Hij moest zijn schuld aan de directrice juffrouw Morsink aflossen, een doos bonbons. Ze waren een weddenschap aangegaan nadat ze soortgelijke scholen hadden bezocht en zich afvroegen hoe lang het duurde voordat in Hardenberg een nieuwe school zou staan. Och, nieuwbouw zou in Hardenberg toch wel snel lukken, dacht Te Rietstap, terwijl juffrouw Morsink pessimistischer was en het op enkele jaren hield. Het werden uiteindelijk negen jaren.

De tiende en laatste spreker was de directrice, die iedereen bedankte voor de cadeaus en de mooie woorden. Na haar dankgebed konden de honderden belangstellenden de school vanbinnen bekijken.

De huishoudschool aan de Marslaan in Hardenberg. Na enkele fusies zijn sporen van deze school terug te vinden in het Vechtdal College (de lhno- en leao-tak) en het Alfa-college (de mhno-tak).