De Haarlemmer Spekslager woonde niet in Haarlem maar in Slagharen. Slager Spijker trok met zijn wagen door de omgeving, om op markten in Dedemsvaart, Ommen en Hardenberg zijn vleesproducten te verkopen. Eerst voornamelijk spek, maar toen de klanten wat meer te besteden hadden werd dat meer en meer ander vlees.
Toen de omzet groeide moest hij uitkijken naar een nieuw, groter onderkomen. Voor zijn winkel, zijn opslag maar ook zijn voorraad beesten, want Spijker slachtte zelf. Die plek vond hij in Lutten, toen hij het bedrijf van de slagersweduwe Smit-Lulofs kon overnemen. Groot genoeg om wel tien koeien te bewaren, zei Spijker. En voor een worstenfabriek. In november 1962 belegde hij een heuse persconferentie in hotel Koeslag in Heemse voor de pers. De lokale bladen het Salland’s Volksblad en Het Noord-Oosten waren vertegenwoordigd, maar ook regionale journalisten van het Overijssels Dagblad en de Zwolse Courant. De bijeenkomst was bedoeld om zijn nieuwe bedrijf te presenteren. Daarna reed het gezelschap naar Lutten om het pand te bezichtigen. Na de bezichtiging werd het gezelschap weer teruggebracht naar hotel Koeslag, waar ze zich de biefstukken en karbonaden goed lieten smaken. De grote stukken in de krant bewijzen dat Spijker de kosten niet voor niets had gemaakt.
Tweede zaak
Roelof Spijker was 45 jaar oud toen hij de tweede zaak in Lutten opende, maar hij zat toen al 30 jaar in het vak. Als jongeling werkte hij eerst bij zijn vader in de zaak maar toen die was overleden trok hij weg, naar Almelo, Medemblik, zelfs naar Duitsland, om het vak van slager echt te leren. Ook in Haarlem heeft hij gewerkt, vandaar de bedrijfsnaam Haarlemmer Spekslager toen hij terugkeerde naar Slagharen. Daar begon hij in een ruimte die niet groter was dan een kippenhok, maar omdat hij zelf slachtte en kortingen gaf bij afname van grote hoeveelheden kwam men van heinde en verre.
Om een indruk te geven: in een advertentie uit 1961 stond dat bij hem 10 pond (= 5 kilo) prima blank spek te koop was voor 6,50 gulden. Vertaald naar de hedendaagse situatie, dus rekening houdend met inflatie, is dat 5 kilo voor 18 euro. Bij Albert Heijn en de Plus moet daar meer dan 40 euro voor betaald worden.
Slager, noemde Spijker zichzelf. Vanaf 1969 zelfs Edelslager, omdat een landelijk slagersgilde hem had toegelaten tot hun organisatie. Maar bij de Burgerlijke Stand stond hij anders bekend. Toen hij in 1952 in ondertrouw was gegaan met zijn plaatsgenote A.C. Fehrmann was volgens de BS zijn beroep poelier. In 1953 ging de 35-jarige Spijker volgens het Salland’s Volksblad opnieuw in ondertrouw met de 34-jarige Fehrmann, maar nu was zijn beroep gewijzigd in marktkoopman.
In 1954 zijn de twee Slagharenaars getrouwd. Een jaar later werd hun zoon Johannes Hermannes geboren. Spekslager Roelof Hermanes Spijker, zoals hij voluit heette, is op 2 maart 1995 in Slagharen overleden, ruim een week na zijn 77e verjaardag.