De dode bij de Witte Paal

In juni 1945 stond in het Salland’s Volksblad een overzicht van de tientallen oorlogsslachtoffers die in Hardenberg waren omgekomen en de namen van inwoners van de gemeente Hardenberg die elders waren gestorven: tijdens gevechtshandelingen in mei 1940, gefusilleerd, als dwangarbeider in Duitsland of door beschietingen van Engelse vliegtuigen. Eén van hen was Harm Dijkstra.

Het waren maar een paar regels in het Salland’s Volksblad van juni 1945, die berichtten over de dood van Harm Dijkstra.

Zes april 1945, dat was de dag dat Hardenberg werd bevrijd. Buurdorp Heemse nog niet, daar hielden de Duitsers nog enkele dagen stand. Ook Ommen werd pas op 11 april bevrijd. In het gebied tussen Hardenberg en Ommen wemelde het nog van de Duitsers. Dat is hem waarschijnlijk noodlottig geworden.

Op 6 april, om 13.00 uur, is Harm door de Duitsers bij de Witte Paal gefusilleerd. In het gemeentearchief van Schiedam is een akte bewaard gebleven, waarin op 7 juni 1945 de ambtenaar van de Burgerlijke Stand zijn overlijden heeft genoteerd. Dat had hij gezien in het overlijdensregister van de gemeente Hardenberg.

Wat is dan de verbinding van Hardenberg met Schiedam. Waarom staat er Leiden in het krantenbericht en waarom is hij doodgeschoten. De paar regels in de krant roepen nogal wat vragen op.

De plaatsnaam Leiden is verkeerd, zoveel is wel duidelijk. Harm is geboren in Emmen, afkomstig uit een slagersgeslacht. Veel familieleden woonden in Oost-Drenthe en ook nu is er nog een slagerij Dijkstra in Nieuw-Weerdinge te vinden. Hij trouwde in Heemse op 16 november 1933 met Zwaantje Smit. Hij was 24 jaar oud, zij 28. Een maand later verhuisde het jonge paar naar Schiedam, waar Harm het beroep van slager uitoefende, zoals al zijn broers en halfbroers.

“Van Lutten naar Schiedam”, stond in de krant. Dat betekent dat ze na hun trouwen in Lutten woonden, waarschijnlijk tijdelijk bij Harms oudere zus Harmke en zijn zwager Lambert Schepers in Lutten. Daar was bakkerij Schepers gevestigd, in een pand dat door slager/vervener Cornelis Dijkstra uit Nieuw-Weerdinge was gekocht voor zijn dochter en haar man.

Op dat adres, Dedemsvaartseweg Noord 22, kwam Harm zo’n tien jaar later weer terecht. Als onderduiker. Zijn zwager en zus hadden twee onderduikers in huis. Naast Harm was dat Jacob, de broer van Lambert Schepers.

Toch hadden Harm en Leiden wel iets met elkaar te maken, want daar had een van zijn broers een slagerij en in die plaats is hij een poosje ondergedoken geweest. Net als in Limburg, weet Roelf Harsevoort uit Gramsbergen.

Witte Paal
Harsevoort is geboren aan de Ommerweg. “Als ik zeg dat ik ben geboren in de witte paal geloven ze me niet, want wie kan nou in die stenen paal op de kruising van de N34 met de N36 zijn geboren”, vertelt Harsevoort. Zijn ouders hadden echter begin 1940 een boerderij van Staatsbosbeheer gehuurd, genaamd de Witte Paal. Dat was ook te zien, want de naam stond in witte dakpannen op de boerderij. Na de Duitse inval moest die naam worden verwijderd van de bezetter, zodat het niet als oriëntatiepunt voor vijandelijke piloten kon dienen.
Aan de overkant van de Ommerweg woonde de familie Sturries. Daar zat Harm Dijkstra ondergedoken toen de Duitsers op de terugtocht waren in 1945. “Hij was fel anti-Duits, al in Schiedam, waar hij in het verzet zat. Hij heeft veel ondergronds werk verricht”, weet Harsevoort.

De boerderij van Sturries bij de Witte Paal.

Bij de familie Harsevoort zat ook een onderduiker, Arends, die later naar Nieuw-Zeeland is geëmigreerd. “Die heeft 6 april samen met de knecht van mijn vader, Gait van Dekkers, gezien dat Harm Dijkstra is doodgeschoten. Gait van Dekkers heette eigenlijk Gerrit Bouwhuis. Hij is later zelf boer geworden, op de boerderij van zijn vader achter Huize Nijenstede in Heemse”.

Onderduiker Arends en knecht Bouwhuis zien dat Dijkstra bij de witte paal, bij de grenssteen, met zijn handen omhoog staat en onder schot wordt gehouden door enkele Duitsers.
“Ze hebben gezien dat hij een papier afgaf. Geen persoonsbewijs, want daar was het te groot voor. De Duitsers bekeken de papieren en schoten Harm ter plekke dood. De Duitsers zijn daarna vertrokken, op één soldaat na die bij het lijk op wacht bleef staan. Holtvlüwer, die ook bij de witte paal woonde, zei tegen mijn vader dat ze Harm moesten ophalen, maar dat durfde mijn vader niet. Uiteindelijk heeft de ondergrondse hem ’s avonds weggehaald.”

Dijkstra kon niet afgelegd worden, vertelt Harsevoort, zodat hij begraven is in de kleren die hij aanhad. Eerst op de oude begraafplaats bij de hervormde kerk in Heemse, later is hij herbegraven in Nieuw-Weerdinge.