Begin februari 1980 was een deel van Hardenberg in rep en roer. Er moesten NAVO-opslagplaatsen komen in het oosten van ons land en Hardenberg was door de provincie Overijssel genoemd als potentiële kandidaat. Burgemeester Van Splunder en zijn wethouders wilden wel praten over de komst van een depot, maar ze stelden enkele pittige eisen.
Het begon met een brief van de provincie Overijssel aan het gemeentebestuur van Hardenberg, eind 1979, met de vraag of de gemeente enkele ambtenaren en een paar militairen wilde ontvangen om te praten over de vestiging van een NAVO-depot. De Amerikanen wilden enkele opslagplaatsen hebben voor materieel en munitie. Het was de tijd van de Koude Oorlog en als de nood aan de man kwam konden Amerikaanse militairen landen op Schiphol, naar de depots rijden, hun spullen pakken en dan Duitsland inrijden, de Russen tegemoet. Brunssum in Limburg zou een depot krijgen, Almelo en Vriezenveen waren gevraagd, Emmen, Ter Apel en ook Hardenberg. Het gemeentebestuur was verzocht de zaak nog even ‘onder de pet’ te houden, alleen de raadsleden werden op de hoogte gebracht. Maar toen de provincie zelf vroegtijdig de zaak naar buiten bracht ontstond er meteen oproer in Hardenberg. Niet van een grote groep, maar wel een luidruchtige.
Nieuw bedrijventerrein
Staatssecretaris Wim van Eekelen had een terrein nodig van 35 hectare. Dat had Hardenberg niet meteen klaarliggen, maar aan de oostkant van het Overijssels kanaal, richting Duitsland, was plek voor een nieuw industrieterrein, het huidige Broeklanden. B&W stonden niet hardop te juichen toen het verzoek kwam, zei burgemeester Van Splunder, maar het college en de raad wilden zakelijk naar het verzoek kijken. Positief aan de eventuele komst was de groei van de werkgelegenheid met ongeveer 250 personen, voornamelijk lts- en mts-niveau. Verder zouden bouwbedrijven profiteren en misschien was dit wel de beslissende stap om een mts naar Hardenberg te halen. Allemaal mooi, zeiden B&W, maar het is absoluut noodzakelijk dat de Kellerlaan wordt doorgetrokken naar de N34, want we willen niet dat militair materieel door het centrum moet rijden. In die jaren eindigde de Kellerlaan nog op de Gramsbergerweg. En er moest in dat geval ook een nieuwe brug over de Vecht komen. Ook een belangrijke voorwaarde: geen opslag van munitie, alleen rollend materieel. Die laatste toezegging kon de staatssecretaris gemakkelijk doen, want dat zat al in de plannen.
Ondertussen roerde een deel van Hardenberg zich. Het Interkerkelijk Vredesberaad IKV schreef een brief aan de gemeenteraad, waarin stond dat de raadsleden monddood waren gemaakt en dat er al van alles in achterkamertjes was geregeld. Dat was tegen het zere been van de raad, die vond dat het IKV aan stemmingmakerij deed, dat alleen werd gereageerd op een bericht in de regionale krant in plaats van navraag te doen bij de gemeente en dat het democratisch proces ter discussie werd gesteld.
Groeiend verzet?
“Het verzet groeit”, schreef het Reformatorisch Dagblad, in navolging van de Zwolse Courant. “De tegenstanders hebben zich verenigd in een actiecomité dat de naam ‘Stop het NAVO-depot’ heeft gekregen. Onder de inwoners van Hardenberg zullen handtekeningen verzameld worden en aan de gemeenteraad worden aangeboden.” Het Nieuwsblad van het Noorden en het Vrije Volk kwamen met soortgelijke berichten.
Volgens GPV-wethouder Wolter Berenst klopte dit verhaal niet. In een interview met het Nederlands Dagblad liet hij weten dat er in Hardenberg nauwelijks bezwaar bestond tegen de komst van het depot. Op een demonstratieve bijeenkomst van de PvdA waren 40 mensen afgekomen, waarvan er 31 gestemd hadden vóór een motie om de bouw van het depot af te keuren. Maar meer politieke tegenstand was er niet. En de actiegroep die zich nogal luidruchtig verzette tegen het depot telde niet meer dan ongeveer 10 personen. “Dat de indruk wordt gewekt dat de bevolking van Hardenberg fel tegen de komst van het depot is komt door de onzorgvuldige berichtgeving van één bepaalde plaatselijke correspondent. Dat misschien de PvdA (5 zetels van de 19 in de raad) zijn eigen wethouder in de kou moet laten staan, is in feite van ondergeschikt belang”, zo meende de GPV-wethouder. Met die laatste zin bedoelde Berenst dat PvdA-wethouder Bart Gritter tegenover zijn eigen fractie zou komen te staan. Gritter had gezegd dat hij liever geen enkel depot in ons land wilde, maar als er toch een moest komen dan maar in Hardenberg, want dat leverde wel 250 banen op.
Hoor en wederhoor
‘De onzorgvuldige berichtgeving’ was in elk geval niet afkomstig van journalist Geert Boon van Het Noord-Oosten. Die probeerde zoveel mogelijk het principe van hoor en wederhoor toe te passen en deed meer dan alleen de verhalen noteren van de groep tegenstanders. Die tegenstanders hadden hun bezwaren opgesomd in een ingezonden brief aan de redactie van Het Noord-Oosten:
1. In Hardenberg komt geen munitie, maar in de brief van de staatssecretaris staat dat er behalve wat brandstof ook een kleine hoeveelheid munitie bij de voertuigen zit, dat nodig is om snel te kunnen vertrekken.
2. Wanneer er een opslagplaats komt op het nieuwe industrieterrein kun je ervan uitgaan dat geen andere industrie zich daar wil vestigen.
3. Er komen weliswaar nieuwe arbeidsplaatsen, maar het kan niet zo zijn dat die als het ware gekocht worden met Amerikaans geld, net als het doortrekken van de Kellerlaan en de bouw van een nieuwe Vechtbrug. Onze vermeende welvaart kan niet gekocht worden met munitie.
4. De veiligheid van onze bevolking is in het geding. In geval van oorlog zijn opslagplaatsen het eerste doelwit.
Het Noord-Oosten nam niet alleen de brief met bezwaren in ontvangst, maar Boon ging zelf op onderzoek uit. En hij concludeerde dat het verhaal over de plaatsing van munitie aan alle kanten rammelde. In de stukken stond duidelijk dat er geen munitie in Hardenberg zou worden opgeslagen, ook niet bij de tanks. En ook geen nucleaire wapens, zoals werd gevreesd. “Ik wil het desnoods wel drie keer herhalen: Ik geef u de garantie dat er in de NAVO-depots bij Almelo en Hardenberg geen nucleair materiaal wordt opgeslagen”, zei Van Eekelen.
Boon informeerde ook bij de gemeente Lopik, dat drie opslagplaatsen herbergde pal naast een industrieterrein, waaronder een met miljoenen liters brandstof en een met rollend materieel. Burgemeester Blanken van Lopik gaf aan dat er geen bedrijf was vertrokken of zich er niet wilde vestigen omdat er opslagplaatsen waren.
Wat de bouw van de brug en de aanleg van wegen betreft was het journalist Boon duidelijk geworden, dat de Amerikanen die niet zouden betalen. Hardenberg had de plannen hiervoor al een poosje op de plank liggen en had Den Haag gevraagd de financiering op zich te nemen. Als de opslagplaats er zou komen dan zouden niet de Amerikanen de infrastructuur betalen maar de Nederlandse overheid. En hoe zat het met de veiligheid van de bevolking dan? Die wordt door de bouw van 14 loodsen niet anders, schreef Boon. “Om ons heen liggen opslagplaatsen in Uelsen en Ommen. In Hardenberg komt rollend materieel. In tijden van spanning worden Amerikanen ingevlogen, die halen het depot leeg en rijden Duitsland binnen. Er is dus geen doelwit meer in Hardenberg. Bovendien komen de loodsen ver buiten de bebouwde kom te liggen.”
Op bezoek in Heidelberg
Veertien loodsen zouden het worden, lichtgroen van kleur, opgebouwd uit staalconstructies met aluminiumprofielwanden, die onderdak zouden bieden aan 2250 voertuigen, van Rode Kruis wagens tot Abram tanks. Mooie loodsen, vonden de Hardenberger wethouders Berenst (GPV), Van Laar (CDA) en Gritter (PvdA). Hoe ze dat wisten? Ze waren op uitnodiging van defensie met bestuurders van andere gemeenten naar Heidelberg gevlogen, per helikopter. Daar stonden loodsen gebouwd en ingericht zoals ze ook in Hardenberg zouden komen. Een enkel PvdA-lid, nog afkomstig uit de antimilitaristische beweging van Het gebroken geweertje die tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog veel aanhangers kende, vond dat de PvdA-wethouder niet mee had mogen gaan naar Heidelberg, maar Gritter wilde zich goed laten informeren en een depot met eigen ogen zien.
De correspondent van enkele landelijke bladen stuurde dus volgens wethouder Berenst de berichtgeving een bepaalde richting op. Maar deed Het Noord-Oosten dat ook niet een beetje? De journalist maakte melding van het aanbieden van handtekeningen aan burgemeester Van Splunder, eind maart 1980, door de leden dominee Van Drimmelen en Johan de Jong van de actiegroep Stop de NAVO. Dat was eigenlijk niet correct, want de naam van de actiegroep was Stop het NAVO-depot, de tegenstanders waren niet anti-NAVO maar anti-depot. De actiegroep had 1500 handtekeningen verzameld tegen de komst van het depot, terwijl de helft van Hardenberg was benaderd. “Daaruit kan voorzichtig worden geconcludeerd dat met 3.000 handtekeningen voor héél Hardenberg nog geen 10% van de bevolking getekend zou worden”, noteerde de journalist. Met andere woorden: de actiegroep vertegenwoordigde maar een zeer kleine minderheid.
Gramsbergen klimt in de pen
Overigens waren het niet alleen Hardenbergers die in de pen klommen en felle artikelen schreven voor of tegen de komst van het depot. Ook inwoners van Gramsbergen lieten zich niet onbetuigd. Oud-commies Bertus Tillema vond dat je niet moest vergeten dat de Amerikanen hun leven hadden gegeven voor onze vrijheid in de Tweede Wereldoorlog en dat het lidmaatschap van de NAVO bepaalde verplichtingen met zich meebrengt. Een week later zette hij een advertentie in weekblad de Toren waarin hij iedereen bedankte voor de adhesiebetuigingen, maar dat men hem niet meer moest bellen maar zelf de pen ter hand moest nemen om van zich te laten horen.
Zijn plaatsgenoot Roelf Vos gaf eerst de VVD een veeg uit de pan (“de leden hebben niks te vertellen, het bestuur beslist”), vervolgens kreeg het CDA de wind van voren (“die zeggen: niet de mens maar God beslist”) waarna een inwoner van De Krim werd geprezen die tegen de komst van het depot was en had gezegd: “Je hoeft toch geen werk te aanvaarden om je eigen graf te graven?” Het NAVO-depot was dan wel bedoeld voor militaire verdediging, maar dat kon nog mensenlevens kosten, vond Vos. Hij stelde tegenover militaire verdediging een vorm van sociale verdediging. Praat met je tegenstander, protesteer, ga staken, probeer bevelen zo slecht mogelijk op te volgen. “Blijven praten, zonder het doden van tegenstanders”, was zijn oplossing.
Nog meer Gramsbergenaren reageerden. Nu op het verhaal van Vos. De heer Heilink noemde Vos naïef. “Als iemand uw auto steelt gaat u zeker ook in gesprek met de dief om hem te bewegen de auto terug te bezorgen.” Heilink haalde de nazi’s erbij, de Russische inval in Afghanistan, de 5 mei herdenking om te eindigen met de woorden: Overleg zeker, maar daarnaast daden stellen voor de veiligheid van land en volk.
Toch geen NAVO-depot
Uiteindelijk ging het hele NAVO-verhaal als een nachtkaars uit. Er hoefden geen protestbijeenkomsten meer te komen, er hoefden geen politieke koppen te rollen en de Gramsbergenaren gingen niet meer verbaal met elkaar op de vuist want staatssecretaris Van Eekelen koos in maart 1981 niet voor Hardenberg. Hardenberg had zich uit de markt geprijsd, omdat het een aansluiting wilde van de Kellerlaan op de N34 en een brug over de Vecht. Er werd ook gezegd dat er een betere spreiding van Rijksdiensten over de provincies moest komen en dat het lang zou duren voordat het bestemmingsplan in Hardenberg klaar zou zijn, maar dat waren smoesjes die het ministerie van Defensie achteraf had bedacht, vond burgemeester Van Splunder. Den Haag vond uiteindelijk de komst van een depot naar Hardenberg te duur, terwijl ondertussen Coevorden zich had gemeld als kandidaat voor een depot. Zonder Hardenberg daarvan in kennis te stellen, wat bij Hardenberg een beetje kwaad bloed zette. Had Hardenberg minder moeten eisen?, vroeg de journalist van Het Noord-Oosten zich af en ook GPV-raadslid Te Rietstap stelde de vraag of het wat had uitgemaakt als Hardenberg ruimte voor munitie had aangeboden. “Of het nu hier ligt of in Coevorden, dat maakt in feite weinig verschil”, vond hij.
Geen weg, geen brug, geen werkgelegenheid, sipte journalist Geert Boon in een redactioneel commentaar. “Maar we zouden aan geloofwaardigheid inboeten als we onze eisen zouden laten vallen”, was de reactie van burgemeester Van Splunder.
Achteraf kun je misschien zeggen dat het maar beter was dat Hardenberg geen depot kreeg.
want opmerkelijk veel oud-medewerkers van de NAVO-depots in onder meer Coevorden en Vriezenveen werden ernstig ziek. De camouflageverf voor de M1 Abrams tanks was de oorzaak, denkt men. Tientallen voormalige werknemers hebben zich bij letseladvocaat Yme Drost gemeld voor juridische bijstand. Inmiddels zijn de werknemers bijna allemaal oud-werknemers, want nog voor de eeuwwisseling werd besloten dat de NAVO-depots in Ter Apel, Coevorden en Eygelshoven moesten sluiten of een andere bestemming zouden krijgen, waardoor van de beloofde werkgelegenheid niet veel is overgebleven.
Hardenberg heeft trouwens nog wel een keer geprobeerd om samen met Avereest, Gramsbergen en Ommen een Rijksdienst in Noordoost-Overijssel te krijgen, namelijk een militaire apotheek en een verzamelplaats van de geneeskundige dienst. Het plan had weinig kans van slagen, want de gemeente Steenwijk was ook in de markt en die wilde de benodigde grond wel gratis aanbieden. Oneerlijke concurrentie, riep burgemeester Van Splunder, maar het hielp niet, Hardenberg kreeg de apotheek niet. Steenwijk overigens ook niet.