Dodelijke muziek

In het Salland’s Volksblad van donderdag 2 juni 1966 stond het volgende berichtje:
“Zaterdagmiddag vond op de begraafplaats te Lutten de ter aardebestelling plaats van de heer A. Meier uit Schuinesloot, die bij een burenruzie om het leven kwam. De rouwdienst werd geleid door ds F. Gerbrandy, die ook aan de groeve sprak.”

Wat was er gebeurd? In dezelfde krant stond een week eerder dat de 27-jarige grondwerker Albert Meier door zijn buurman met een rikkepaal was doodgeslagen. Tenminste, zo hard dat Meier de volgende dag in het ziekenhuis overleed. De oorzaak van de ruzie was het draaien van grammofoonplaten. Niet het genre, maar het volume.

In de Volkskrant stond het allemaal wat uitgebreider:
“De 33-jarige stratenmaker Aalbert K., buurman van Meier, moet ’s morgens vroeg op en heeft zijn nachtrust nodig. In slaap vallen gaat niet zo makkelijk. Albert heeft in drie jaar tijd zeker zestig keer ’s avonds laat de pick-up aangezet. En voor een nachtje aan zijn auto sleutelen draait hij ook zijn hand niet om.”

Op de avond van de 23e mei was het weer eens zover. Meier, volgens zijn buurvrouw een messentrekker en notoire drinkebroer die zoveel geld aan alcohol uitgaf dat zijn kinderen soms niet te eten hadden, had de platenspeler weer op vol volume gezet. De buurvrouw ging erop af om te vragen of het wat zachter kon want de kinderen moesten slapen. Albert Meier vertelde haar dat ze moest opdonderen, hij hitste de hond tegen haar op en dreigde haar met een mes. Tenminste, dat had buurman Aalbert gehoord, die achter het tuinmuurtje stond omdat hij de zaak niet vertrouwde.
Om zijn vrouw te redden, moeder van vijf kinderen, klom hij over het tuinmuurtje en rende hij bij de buren naar binnen, waar hij zag dat zijn vrouw met een stoel werd geslagen. In zijn drift pakte hij een paal en sloeg hij zijn buurman de schedel in.

Noodweer, vond zijn advocaat. Opzettelijke doodslag, vond de Officier van Justitie. Tijdens de strafzaak in Almelo werd het gedrag van de buurvrouw zwaar bekritiseerd, omdat ze met een bezemsteel in de hand was komen ‘praten’, omdat ze met een mes zou zijn bedreigd dat al weken niet was aangeroerd, omdat ze zei dat de buurman dronken was terwijl uit een bloedproef bleek dat hij 0,0 promille in zijn bloed had en omdat ze steeds wisselende verklaringen aflegde.

De advocaat van de verdachte merkte echter op dat niet de vrouw maar haar man terecht stond. En die stond daar omdat hij zijn vrouw had verdedigd.
Hoewel de Officier van Justitie begrip had voor Aalbert, eiste hij toch 2,5 jaar gevangenisstraf:
“Drift leidt tot afstraffen en wie op de manier als deze verdachte met zo’n paal iemand op het hoofd slaat, moet er op rekenen dat hij de dood kan veroorzaken.”

De rechtbank deed vervroegd uitspraak in deze zaak. De rechters namen aan dat Aalbert uit noodweer had gehandeld. Hij werd ontslagen van rechtsvervolging en meteen in vrijheid gesteld.