Opmerkelijk buizentransport

Dat Wavin in het verleden enkele opmerkelijke buizentransporten heeft verzorgd is onder meer te lezen in het 3e nummer van Rondom den Herdenbergh van 2013, van de hand van Dinah Hesselink. In haar artikel zijn veel foto’s geplaatst, maar deze niet.

In het tijdschrift Nieuw Spoor van de NS uit oktober 1960 is volop aandacht besteed aan een transport van drie buizen van 110 meter elk, bestemd voor Rotterdam. Waar Hardenberg precies lag wist de schrijver van het artikel niet zo goed en hij had ook niet de moeite genomen dat op te zoeken. Vandaar dat zijn verhaal begon met:
“Te Hardenberg in de noordwesthoek van Overijssel staat de moderne fabriek van de N.V.
Wavin waar men zich bezighoudt met de vervaardiging van plastic buizen. De burgerij van Hardenberg kan er met recht trots op zijn, dat deze fabriek in haar gemeente staat; ze is namelijk de grootste plasticbuizenfabriek van West-Europa en zelfs de op één na grootste van de wereld.”

Hardenbergers zijn nuchter, praten niet over gewoon denken of gewoon discussiëren maar over gewoon doen, aan de slag gaan dus. “En dus schrok de Wavin er niet voor terug toen de Nederlandse Aardolie Maatschappij met de nuchtere opdracht kwam voor haar drie plastic onderwaterleidingen te vervaardigen van elk maar liefst 110 meter lang”, schreef de redacteur van Nieuw Spoor. Omdat waarschijnlijk weinig mensen zich een voorstelling konden maken van een buis van 110 meter lengte, gaf de schrijver aan dat men zich maar eens de Domtoren in Utrecht voor de geest moest halen: zo lang ongeveer.

Het vervaardigen van de drie reusachtige buizen was voor Wavin niet het grootste probleem, maar wel hoe je ze de fabriek uit kreeg en uiteindelijk op wagons bij het NS-station. De kortste weg was dwars door magazijnstellingen, daarna dwars door het kippenhok van de buurman tot ze uiteindelijk terecht kwamen in een bieten- en roggeveld.

Van het roggeveld werden ze via de Bruchterweg en de Burgemeester Schuitestraat door personeelsleden naar het station gebracht: 800 meter met de buis op de schouder. Volgens Nieuw Spoor ging dat als volgt:
“Er gaan twee handen in opwaartse richting. Honderd en tien handen grijpen naar beneden en
gaan daarna moeizaam omhoog. Een fluitsignaal snerpt over het terrein. Vijf en vijftig paar voeten komen in beweging. De operatie pijp is als een primeur voor de stad Hardenberg begonnen.”

Wavin had dan wel het probleem opgelost hoe de buis bij het station te krijgen, maar hoe dan verder? De buizen moesten dienst doen als transportleiding voor zout water op de bodem van een stroompje nabij Rotterdam; en Hardenberg en Rotterdam liggen niet bepaald naast elkanders deur. De NS-mensen konden zich niet herinneren dat ze ooit eerder vervoer van zo’n grote omvang hadden verzorgd. Het was rekenen, passen en meten, maar toen hen duidelijk was dat de buizen wel zoveel buiging zouden kunnen verdragen om alle mogelijke bogen in de spoorweg ongehinderd door te komen, hadden ze de oplossing: negen open laadwagens. Gegarandeerd dat de merkwaardige lading vlug, veilig en voordelig in Rotterdam-zuid zou aankomen.

Vervoer
Volgens Nieuw Spoor ging het vervoer als volgt:
“Op 26 augustus 1960 stelden vijfenvijftig stoere, in hagelwitte overalls gestoken mannen zich op terzijde van de ellenlange, gele pijpen op een onderlinge afstand van twee meter. Dan een fluitsignaal en als een drakendans op een Chinese hoogtijdag ging het voorwaarts. De politie van Hardenberg
maakte de weg vrij en ook de burgemeester gaf van zijn belangstelling blijk. Alles wat maar
vrij had of zijn werk kon onderbreken was uitgelopen, want niet iedere dag trekt zo’n merkwaardige stoet door de straten van Hardenberg: een pijp op voeten met daaromheen
lopende, springende, bukkende en noterende journalisten en cameramannen.

De drukte vond haar hoogtepunt op het perronnetje van Hardenberg, waar negen wagens hun toekomstige en vreemdsoortige lading stonden op te wachten.
“Beste mensen, willen jullie een beetje naar voren lopen en de trein nazwaaien?”, riep een man van de film van boven het stationsdak af. Iedereen die er was, gaf ogenblikkelijk
gevolg aan het niet alledaagse verzoek. En toen de chef het teken van vertrek gaf, stak niemand zijn vreugde onder stoelen of banken.”

In Rotterdam eindigde de reis niet ver van de plaats waar de buizen moesten worden gelegd. En daar herhaalde zich ‘het spelletje’: een aantal flinke kerels haalde de plastic pijpen van de wagens en bracht ze op de Hardenberger wijze naar de plek waar ze terecht moesten komen.